Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij hebt gehoord, dat [[28]tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal [29]strafbaar zijn door het gericht. 28. Of, van de ouden. Hierdoor verstaat Christus de verkeerde uitlegging der Farizeen en Schriftgeleerden, die al van over vele jaren alzo geleerd hadden, en niet de leer van Mozes en der profeten. Hetwelk blijkt: I. uit vs.20. II. omdat hier leringen wederlegd worden, die in Mozes en de profeten niet gevonden worden, zie vs.43. III. omdat door Christus niets wordt bijgedaan dan wat in Mozes en de profeten gevonden wordt, gelijk men kan zien uit de Schriftuurplaatsen des Ouden Testaments hier aan den kant getekend. 29. Of, schuldig om gestraft te worden.